Witte gij ’t nog?

Bierbrouwerij terug in Zeelst

In het verleden werd er in Zeelst bier gebrouwen. Na 1900 waren de brouwerijen allemaal weer verdwenen. Na meer dan een eeuw gaan Ellen Verhoeven – Jannes en Patrick Verhoeven beginnen in een nieuw gebouwde brouwerij achter hun huis aan de Binnenweg 9.

Er wordt weer bier gebrouwen in de Binnenweg achter het pand rechts op de foto

Voordat ze commercieel begonnen hebben ze jarenlang ervaring opgedaan met het brouwen van kleine hoeveelheden bier en inmiddels is de brouwketel van 200 liter met bijbehorende tanks geïnstalleerd. Als het goed gaat kan de capaciteit nog worden opgeschaald.

Ellen Verhoeven – Jannes en Patrick Verhoeven

Op zaterdag 11 maart is begonnen aan een eerste brouwproces dat ongeveer 7 weken duurt. Elke week wordt een nieuw proces opgestart, zodat vanaf eind april elke week rond de 600 flesjes worden geproduceerd. Elke week kan dat een ander bier zijn, afhankelijk van het recept dat is gevolgd. De Verhoevens mogen niet zelf verkopen aan particulieren, maar de Zeelster horeca heeft al belangstelling getoond en zal deze soorten op hun bierkaart opnemen.

Het brouwproces
Vier moutsoorten (granen die een speciale behandeling hebben ondergaan) worden grof gemalen (schroten) en met water in de brouwketel gedaan. In de ketel doorloopt het mengsel een schema van 5 gangen met verschillende temperaturen en tijdsduren. Dit wordt maischen genoemd. De suikers worden onttrokken aan de mout en zo ontstaat de wort.

Gisten en bottelen
De graanresten worden er nu uitgefilterd en aan de wort worden twee soorten hop en kruiden toegevoegd. Dan gaat de vloeistof na toevoeging van gist in een gisttank waarbij de temperatuur constant wordt gehouden. De suikers worden nu omgezet in alcohol. Daarna blijft het nog ongeveer 2 weken in de lagertank om te rusten alvorens het wordt gebotteld. Het bier in de flesjes is na 2 à 3 weken gereed voor consumptie.

Historie
Het statige pand aan de Binnenweg dateert van voor 1850 en was het café aan huis ‘Den Engel’ van Antonius Janssens. Na zijn dood is 1867 wordt het café nog enkele jaren gerund door zijn vrouw en kinderen, maar het wordt in 1869 verkocht. De nieuwe eigenaar wordt kleermaker Antonius Eliens. In 1881 vraagt hij een drankvergunning aan en noemt zijn café ‘De Valk’.

In 1900 overlijdt Eliens. zijn dochter en haar man Alex Bijnen, hebben geen interesse in het café. de neef van Alex, Jan Bijnen, echter wel. Die wil het cafe met tapvergunning wel overnemen. Niet om het café aan de Binnenweg te gaan runnen, maar omdat hij op deze manier kans ziet zijn plan om op de hoek van de Blaarthemseweg met de Kruisstraat een nieuw café te beginnen (café ‘Den Hoek’) te realiseren. Omdat er op dat moment al 22 cafés zijn in Zeelst op een inwonertal van circa 1500 inwoners, wordt hem de benodigde vergunning voor nog een café geweigerd. Door het overnemen en sluiten van het café in de Binnenweg, slaagt Bijnen erin alsnog de benodigde vergunning te verwerven. Hij gaat verder met café ‘Den Hoek’, Johannes Renders van Cobbeek 17 neemt de naam ‘De Valk’ over.

De website van de Veldhovense Brouwerij vindt u hier

MEER VERHALEN

Michieleke begraven te Veldhoven

Tot 1900 werd de laatste kermisdag afgesloten met een heuse begrafenis. Michieleke, een manneke gemaakt van een peen of bietwortel werd dan in een sigarenkistje onder luid gejammer begraven.

Zo zeeje we dè

De familie Van der Meeren op Schoot heeft een overzicht gemaakt van uitdrukkingen die in hun familie vaak gebruikt werden.

Plankgasfeest

De carnaval van 2003 stond op stapel en Ad Welten zou als prins Caravano de prins van Groot-Veldhoven zijn. De kasteleins van Veldhoven-Dorp hadden het plan geopperd om op dinsdag hun cafés te sluiten en gezamenlijk een grote feesttent op de Plaatse te zetten.

Op slot

Jan Huijbers van Schoot was vaste klant in De Plank, het café van Joop en Joke Joly dat nu ‘In d’n Olie-fant’ heet. Jan was een verstokte vrijgezel en kwam niet alleen voor de nodige pilsjes maar ook voor d’n buurt. En buurten kon Jan.

Die kommen ‘r bè mè nie in

Over Driekske Bullens doet in Veldhoven een mooie anekdote de ronde. Driekske vestigde zich begin jaren 50 met zijn gezin vanuit Oirschot op Zonderwijk waar hij – evenals in Oirschot – een café uitbaatte.

De mysterieuze klok

Vóór 1910 stond op de hoek van de Dreef en de Heerseweg het in 1771 gebouwde raadhuis. Meester Rijken heeft er het volgende verhaal over opgeschreven.

Boomincidenten op Schoot

Op Schoot woonde, aan de rand van den Oeienbosch, het gezin van Harrie en Drieka van der Meeren. Het was alles behalve een doorsneegezin met een eigen levensfilosofie.

De Kromstraat in 1958

Een wandeling door de Kromstraat van 1958 met een terugblik in het verleden. Een artikel in De Kempenaer uit dat jaar was omlijst met advertenties van winkeliers in de Kromstraat.

De Watermeulen

De boerderij die tot aan de ruilverkaveling in de jaren 60 van de vorige eeuw op Dorpstraat 169 stond, kent een rijke geschiedenis.

Mie Fiets uit Oers

In Oerle woonde en leefde van 1854 tot haar dood in 1932 Marie Renders, die in haar jonge jaren bijzonder rap was en daardoor de bijnaam Mie Fiets verwierf.

Verloren soldaten ‘terecht’

Een foto van een Engelse begraafplaats aan de Veldhovense Van Vroonhovenlaan gemaakt door Len (Leonard) Hart kwam in 1995 in handen van Jan van Beers.

Zeelst in het Rijksmuseum

Soms kan door speuren, vergelijken, kijken en concluderen een historische puzzel opgelost worden, zo ervoer Marcel Dings – inwoner van het Limburgse Steijl – toen hij onderzoek deed naar een oude tekening van zijn woonplaats, tenminste dat vertelde de toelichting bij de tekening hem. De tekening, opgeslagen in het Rijksmuseum in Amsterdam, bleek echter geen tekening van Steijl, maar van Zeelst.

Mijna’s winkeltje

Mijna van der Meeren is in de jaren 60 van de vorige eeuw in Veldhoven-Dorp een begrip geworden.