Kapelstraat-Noord 76
Op de hoek van de Hagendorenseweg en de Kapelstraat-Noord staat het markante Trapjeshuis, zo genoemd naar de trapgevels aan de zijkant. De muurankers geven het bouwjaar 1750 aan en daarmee is het Trapjeshuis een van de oudst bewaarde huizen van onze gemeente. Het straalt een zekere grandeur uit en dat zal zeker vanaf het begin zo zijn geweest.
Het huis is gebouwd door Peter Stijmans de molenaar van de Zeelster molen en is daarna nog lang bewoond geweest door molenaarsfamilies zoals die van Balthazar de Laure. Diens schoonzoon Lambertus der Kinderen bouwt in 1858 de huidige molen van Zeelst.
Als in 1831 de Belgische strijd voor de onafhankelijkheid uitbreekt wordt Noord Brabant overspoeld door troepen uit het noorden. Uit de bewaard gebleven aantekeningen van kapitein Cannegieter van de Friesche Rustende Schutterij weten we dat zij tijdens de tiendaagse veldtocht gelegerd waren in Zeelst in het huis van de molenaar.
In 1967 huurt Piet Rombouts het in verval geraakte pand van de gemeente, en redt het van de ondergang. Samen met zijn zoons is hij jarenlang in touw om het weer in zijn oude glorie te herstellen en vestigt er een atelier voor restauraties van antieke meubels.
Het Trapjeshuis is een rijksmonument en sinds enige jaren weer in particuliere handen.