In Oerle wordt het feest van Sint-Jan de Doper al eeuwen gevierd. De eerste vermelding van een bedevaart dateert uit 1632. Nog steeds wordt het feest van deze heilige gevierd, maar nu met het wijden van de Sint-Janstros. Deze Sint-Janstros wordt aan de buitenkant van de meest gebruikte deur gehangen en zou het huis beschermen tegen ongeluk.
De feestdag van Sint-Jan is op zijn geboortedag, 24 juni midzomer. Johannes wordt aangeroepen bij vallende ziekte, hoofdpijnen, kinderziekten en depressies. Het plantje dat naar Sint-Jan de Doper genoemd is – Sint-Janskruid – bloeit die dag en wordt in medicijnen gebruikt. Sint-Janskruid wordt ook wel “jaag den duivel” genoemd. Het werd vroeger als afweer gebruikt tegen hekserij, magie en blikseminslag. In een Sint-Janstros moet in ieder geval Sint-Janskruid zitten. Verder korenbloemen en bladeren van de notenboom, Duizenschoon, stekelneusjes, vingerhoedskruit, Sint-Janslelie, Spaans gras kunnen ook. In Oerle worden de Sint-Jans-trossen veelal gemaakt door op een karton de verschillende bloemen in laagjes aan te brengen.
In de Eucharistieviering van 24 juni worden de trossen gewijd. De priester besprenkelt de trossen met wijwater. Na de heilige mis verwijdert men de tros van het vorige jaar en hangt men de nieuwe ervoor in de plaats. De tros van het jaar ervoor is niet meer dan wat
verdorde bloemen en bladeren. Maar volgens de traditie mag de oude tros niet eerder verwijderd worden dan dat de nieuwe hangt.
Nu de wijding niet meer in de kerk kan plaats vinden – het kerkgebouw is geen kerk meer – vindt de wijding plaats in de schuilhut van het gilde.