In de loop van haar geschiedenis heeft de Kempen veel last gehad van legers die door de regio trokken en er huis hielden.
Ooggetuige Kapitein Cannegieter over de Tiendaagse Veldtocht in 1831
“Binnen de stad gekomen, zag ik hoe soldaten te keer gingen. Overal hoorde men het rinkink der ingebroken glazen, overal het bonzen op deuren en kasten. In een kantoor had men de kasten opengebroken, de boeken en papieren werden vernield en op de straat gesmeten. Onze schutters hielden wij nog in toom, totdat wij rust kregen. Daarna bestormden ook zij de winkels, haalden er uit wat zij hebben wilden, sloegen deuren en vensters in en ruïneerden wat zij maar konden.”
De Tiendaagse Veldtocht van 2 tot 12 augustus 1831 was een actie van koning Willem I om de Belgische Opstand te onderdrukken. Hoewel die opzet slaagde, verkreeg België zijn soevereiniteit door de dreiging van Franse militaire steun. Het leger van 30.000 soldaten is gelegerd in de Kempen. Kapitein arts Cannegieter van een Fries Regiment verblijft in 1831 in het Trapjeshuis aan de Kapelstraat-Noord. Hij heeft van de veldtocht een verslag gemaakt, dat bewaard is gebleven.
Plunderen op het Akkereind
Op 10 augustus 1702 trekken plunderende en vernielende troepen door Zeelst. De getaxeerde schade bedraagt 39.000 gulden. Op en neer trekkende soldaten tussen Riethoven en Gestel doorzoeken bijna dagelijks de woningen op het Akkereind. Er blijft de bewoners niets over “dan lege huizen en schuren en van kleren ontblote lichamen”.
Brandschatting
Begin 1700 wordt Dommelen geplunderd door Staatse troepen en later door Franse en Spaanse. Franse soldaten verwoesten de Stevertse watermolen in Steensel maar deze wordt snel weer opgebouwd. Eersel, Duizel en Steensel hebben een schade van 92.628 gulden.
In 1702 laten laten Franse en Staatse troepen een spoor van gigantische vernieling achter in Kempenland. Budel, Maarheeze, Mierlo, Geldrop, Dommelen, Steensel, Reusel worden geplunderd.
In november 1708 leggen de Fransen verscheidene Kempische dorpen, waaronder Veldhoven, een brandschatting op. Veldhoven, niet bij machte te betalen, ziet op 17 november 1708 twaalf woningen in vlammen opgaan, inclusief de R.K. en de protestantse pastorie. Beraamde schade: 25.573 gulden.
Maarten van Rossem
Vanaf 1478 wordt de Kempen geteisterd oor Gelrese invallen. De beruchte Maarten van Rossem trekt met zijn legers door de regio. Dorpen krijgen opdracht om de soldaten in te kwartieren, en eten, drinken en voer voor de paarden te leveren. Bovendien moeten zij hoge bedragen opbrengen om de kosten van de oorlog te financieren. In de jaren 1506, 1512 en vooral 1543 zijn die invallen op hun hevigst. Oerle wordt in 1543 door de “Brander” Maarten van Rossum en zijn roofzuchtige benden totaal afgestookt en krijgt een brandschatting van 2.500 gulden opgelegd.
Tijdens de tachtig jarige oorlog van 1568 tot 1648 tussen de Staatsgezinde Hollanders en de Spanjaarden verliest Oerle 100 huizen, in Eindhoven blijven van de 450 woningen er 40 gespaard. In 1672 vallen de Fransen de Kempen binnen. Als alle huizen branden, vertrekt het leger met geroofde kleding, meubels, vee en graanvoorraden. De overlevenden rest niets anders dan te gaan bedelen.
Militair hospitaal verplaatst
Voerlieden uit Zeelst helpen in 1746 bij het verplaatsen van het militaire hospitaal van Woensel naar Maarheeze. Zij worden ingehuurd omdat zij ook als gids kunnen dienen. Toch blijven de meeste dorpen berooid achter, omdat zij gedwongen worden een bijdrage te leveren aan de oorlogskosten.
Welkom
Maar soldaten kunnen ook met veel vreugde ontvangen worden zoals tijdens de bevrijding van Veldhoven in september 1944.
Foto: Welkome gasten op de Heerseweg in Veldhoven in 1944.
Leer meer over de geschiedenis van Veldhoven
Het Erfgoedhuis Veldhoven wil belangstelling wekken en kennis vastleggen over de historie van Veldhoven en haar bewoners. Wellicht vind je er antwoorden op vragen over uw persoonlijke geschiedenis. U bent welkom in onze heemkamer in de bibliotheek op donderdag en zaterdagmorgen van 10.30 tot 12.00 uur.