Vanaf 1855 tot in de jaren 60 van de vorige eeuw is er in Oerle een meisjesinternaat gevestigd van de Zuster van Liefde van Tilburg.
In de vorige eeuw gingen jongeren na de lagere school vaak naar een internaat. Een jongensinternaat werd vaak geleid door paters of broeders, een meisjeskostschool door zusters. Nu wordt een internaat vaak gekoppeld aan jongeren die moeilijk opvoedbaar zijn, toen kwamen de jongeren vooral uit middenstandsgezinnen, waar men weinig tijd voor de kinderen kon vrijmaken.
Hoe zag een dag voor pensionaires er in Oerle uit?
Rond 06:30 uur wekt de zuster van dienst de meisjes. Terwijl ze in haar handen klapt, roept ze door de slaapzaal: “Gelooft zij Jezus Christus.” De meisjes behoren daarop te antwoorden: “In alle eeuwigheid, amen.” De meisjes gaan zich dan aankleden en daarna wordt het ochtendgebed gebeden. Hiervoor zit men op de knieën voor het bed of in het gangetje voor de chambrette (= afgesloten hokje op een slaapzaal).
Om 07:30 uur is het ontbijt in de eetzaal. Na opnieuw een gebed wordt er sober ontbeten, uiteraard afgesloten met een dankgebed.
Om 08:00 uur gaat men naar de kapel voor de H. Mis. De misdienaars zijn jongens uit het dorp. Zoveel meisjes, maar misdienettes zijn nog niet mogelijk.
De school begint om 09:00 uur. Zowel de internen als de externen, dus de meisjes uit Oerle en omgeving, zitten in dezelfde klas, maar hebben onderling weinig of geen contact met elkaar. Met de indeling van de klas hebben de zusters hier al rekening mee gehouden. Meestal zitten in de ene rij de pensionaires en in de andere de Oerlese meisjes.
Het is voor de pensionaires verboden contact te hebben met de meisjes uit Oerle. Dit is uiteraard niet volledig uit te sluiten. Vaak geven de internen aan de externen brieven aan hun ouders mee om ze in Oerle te posten. De post wordt namelijk door de zusters gecontroleerd. Kritiek op het kostschoolleven wordt absoluut niet getolereerd.
’s Middags rond 12:30 uur wordt er warm gegeten. Het eten is weinig afwisselend. De groenten komen uit de eigen moestuin.
De middagschooltijd is behalve op woensdag van 14:00 tot 16:00 uur. Na de lessen krijgen de meisjes twee sneden brood op elkaar met vaak alleen boter ertussen. Op woensdagmiddag wandelt men door de Oerlese bossen. Een zuster voorop en een achteraan. Tot de jaren 50 recreëert men in “het koepeltje”, maar dat raakt in verval en wordt dan niet meer gebruikt als speelgelegenheid voor de pensionaires.
Van 17:00 tot 19:00 uur wordt er gestudeerd in de studiezaal, waarna de broodmaaltijd plaats vindt. Dan is er wel beleg voor op het brood. Maar wat men ’s middags niet opgegeten heeft, komt nu, maar dan koud, weer op tafel.
Na het eten is men nog gezellig samen in de recreatiezaal. Ook zusters spelen spelletjes mee. Deze zusters zijn veel aardiger dan de zusters van dienst die overdag de leiding over de meisjes hebben. De jongste meisjes gaan rond 21:00 naar bed en de oudsten rond 22:00 uur.
Het naar huis gaan is erg beperkt. Eén keer per maand mogen de pensionaires naar huis: vanaf zaterdagmiddag tot zondagavond. Om de twee weken mogen ze wel op zondagmiddag bezoek ontvangen.
Op zondagavond is er op de slaapzaal veel gesnik te horen.
Foto: Pensionaires en zusters voor de Lourdesgrot van het klooster in Oerle.