De straatnamen in de Meerveldhovense Kabouterwijk zoals Aerdmennekesbaam Ariëspad en Koning Kyriëweg verwijzen naar sagen en legenden uit de Kempen; oeroude volksverhalen die van generatie op generatie zijn doorverteld, veelal over kabouters en andere sprookjesfiguren.
Historische grondslag?
Maar wat nou als sommige van die verhalen wel degelijk zijn gebaseerd op historische feiten? In de jaren zeventig discussieert een groepje collega’s van Philips Research tijdens hun lunches over de stelling: wat als kabouters in de Kempen echt hebben bestaan?
Twee elementen uit de kabouterverhalen bieden de lunchclub houvast om op zoek te gaan naar bewijs voor deze stelling. Ten eerste: veel kabouterverhalen uit de Kempen zijn gekoppeld aan plekken waar ook urnenvelden zijn te vinden. Ten tweede: in veel verhalen over kabouters komt eenzelfde soort climax terug: in een dorp gaan kerkklokken luiden, dan wordt Koning Kyrië vermoord, en vervolgens vertrekken de kabouters.
Prima combinatie
De twee aanwijzingen passen prima bij elkaar: de koppeling urnenvelden-kabouters kan erop wijzen dat hier vóór de komst van het Christendom kabouters hebben gewoond. Het luiden van de kerkklokken, de moord op Koning Kyrië en het vluchten van de kabouters, zou te maken kunnen hebben met de invoering van het Christendom. Rond het jaar 800, als overal in de Kempen kerken worden gebouwd en inwoners zich bekeren tot het christendom, wordt het luiden van klokken gezien als machtsvertoon van de kerk. Wat als Koning Kyrië een ‘heidense’ leider was, die zich niet wilde voegen naar de nieuwe christelijke wind die ging waaien in de Kempen?
IJzersmederij
Volgens de volksverhalen woonde Koning Kyrië in de kabouterberg bij Hoogeloon. Ook in de jaren zeventig wordt daar een grote ijzersmederij opgegraven, gebouwd in de tweede eeuw na Christus en verlaten in de achtste eeuw. Bovendien een Romeinse villa van een landheer. De theorie van de lunchclub: Koning Kyrië is geen verzonnen kabouterkoning, maar een Heer die leiding heeft over deze ijzersmederij met veel werknemers. Koning Kyrië is de eerste grootindustrieel uit de Brainport-regio.
Als de Franken in de achtste eeuw de streek veroveren en het Christendom verspreiden, besluit Kyrië (Grieks voor ‘heer’ of ‘meester’, ook weer een aanwijzing dat we te maken hadden met een leider uit de Romeinse tijd) om zich niet aan te sluiten bij de nieuwe machthebbers. Tijdens een jachtpartij wordt hij ‘per ongeluk’ gedood.
Hardwerkend
Zijn noeste arbeiders uit de ijzersmederij maken zich veelal uit de voeten. Een enkeling gaat werken als boerenknecht. Ons beeld van kabouters, hard werkend en met een puntmuts, komt heel goed overeen met de werkkleding van boerenknechten uit die tijd: een mantel met een aaneengesloten puntmuts.
Echt bewijs voor hun stelling heeft het lunchclubje nooit gevonden, maar het is zeker niet ondenkbaar dat de volksverhalen van Koning Kyrië en zijn aardmennekes daadwerkelijk zijn geworteld in historische gebeurtenissen.
De Heskok
In Meerveldhoven spelen veel kabouterverhalen zich af op de Heskok, een eeuwenoude hoeve ter hoogte van het huidige adres Provincialeweg 32. Soms kun je er ’s avonds de kabouters horen praten. ’s Nachts komen ze tevoorschijn om allerlei karweitjes te verrichten zoals boteren, wannen, schoonmaken.