Het leven van pastoor Vekemans past niet in een halve pagina. Hij is geen doorsnee persoon. Bijna 30 jaar heeft hij de parochie St. Jan de Doper in Oerle laagdrempelig geleid. Ter gelegenheid van zijn gouden priesterschap voeren een aantal parochianen in 1993 een theatervoorstelling op met als titel: Mè dank an d’n Engelbewaorder. Hij wil geen cadeau, maar een voorstelling over zijn leven.
Als hij in 1972 naar Oerle komt heeft hij al diverse standplaatsen gehad, vooral in België. Hij is Norbertijn met als thuishonk de abdij van Postel. Omdat hij tussen de gewone mensen wil werken, wordt hij aalmoezenier op camping ’t Eurostrand en ’s winters bij de Brabantiafabriek in Aalst. Dan komt de vraag van de bisschop om pastoor in Oerle te worden. Ondanks wat bedenkingen zegt hij toe. Van 1972 tot 2000 is Gerard Vekemans pastoor in Oerle. Op Kerstavond 2002 overlijdt hij op 87-jarige leeftijd. Zijn voorganger in Oerle, Henri Bless is een kamergeleerde, die zijn pastorie maar zelden uitkomt. Pastoor Vekemans is het tegenovergestelde. Hij is graag tussen zijn parochianen. Hij viert en rouwt met hen.
Pastoor in Oerle
Weliswaar had Vekemans bedenkingen bij zijn benoeming als pastoor van Oerle maar later zal hij zeggen: “Dat is het beste wat me kon overkomen.” Hij voelt zich als een vis in het water in het kleine Oerle. Hij richt het nog altijd bestaande Vekemansfonds op voor de kansarme kinderen in India, fietst met enkele dorpsgenoten op zijn renfiets naar Lourdes en organiseert bij elk jubileum een activiteit voor de hele dorpsgemeenschap, zoals bijvoorbeeld bij het 75-jarig bestaan van de Oerlese kerk een historische optocht, waarbij 15.000 bezoekers de kom van Oerle aandoen. Bij feestelijke gelegenheden vindt de Heilige Eucharistieviering op het dorpsplein plaats, waarna het feest los barst in het hele dorp. Ook de Zonnebloem sluit hij in zijn hart.
Pausbezoek
In 1985 landt Paus Johannes Paulus II op vliegveld Welschap voor zijn bezoek aan ons land. De pastoor ziet zijn kans schoon om hem als eerste te verwelkomen. Zijn redenatie is: “De plek waar hij landt, hoort bij mijn parochie.” Het is niet gebruikelijk, dat iemand die de Paus begroet, ook zoals de Paus in het wit gekleed is. Maar daar heeft de pastoor geen boodschap aan. Hij redeneert: “Ik hoor bij de orde van de Witheren (Norbertijnen), dus ik ben in het wit.” Het zorgt bij de pers en het publiek wel enige verwarring.
Populariteit
Zijn populariteit beperkt zich niet tot het dorp. Hij is in heel de omgeving bekend, zeker in de wielerwereld. Aan het begin van het seizoen zegent hij de fietsers. In zijn preken tijdens de H. Mis maakt hij geregeld grappen. Zelfs tijdens uitvaarten somt hij gebeurtenissen uit het leven van de overledene op, waar menigeen een kleur van zou krijgen. Zo zei hij bij de uitvaart van een man, die van ieder in het dorp geld leende om er een borreltje voor te kopen: “Vandaag worden we allemaal armer, want we weten dat we het geld dat … van ons leende, nooit meer terug krijgen
Enkele dagen voor zijn dood komt een parochiaan bij hem in het ziekenhuis en zegt: “Ge ziet er goed uit, pastoor”, waarop hij antwoordt: “Als ze dè van een vèrreke zeggen, dan hangt ie een paor daoge latter op de leer (ladder).”