Tot diep in de 19e eeuw is een dorpsdokter geen vanzelfsprekendheid. Ieder dorp heef zo zijn eigen geneeskunst met eigen wondermiddeltjes, overgeleverd van moeder op dochter. De Veldhovense onderwijzers Cornelis Rijken en Jacques Cuijpers hebben in de 19e eeuw veel van de geneeskunst uit grootmoeders tijd opgetekend.
De bibberkoorts
De locatie die we kennen als de Oude Kerkhof in d’Ekker speelt in de eerste helft van de 19e eeuw een belangrijke rol bij het bestrijden van koorts. Eeuwenlang heeft hier de kerk van Veldhoven-Dorp/Zonderwijk gestaan. Het laatste kerkgebouw is in 1814 gesloopt. De afbraak van de toren volgt in 1834. De contouren van deze kerk worden sinds 1994 aangegeven met klinkers en opgemetselde muurtjes.
De toren wordt tot in de 19e eeuw druk bezocht door lijders aan ‘de bibberkoorts’. Koorts kan immers gepaard gaan met koude rillingen. In Veldhoven is daar een remedie voor. Al biddend kruipt de lijder op zijn knieën drie maal rond de toren en bindt een lintje aan de knop van de torendeur. De koorts wordt nu afgebonden. Je moet er wel voor zorgen dat het lintje de temperatuur van je lichaam heeft gekregen. Het lintje aan de kerkdeur begint te bibberen en de toren heeft de koorts overgenomen. De wind speelt daarbij uiteraard geen enkele rol. Bij het heengaan mag je echter niet omkijken want dan keert de koorts weer terug.
Afeten
Ook in grootmoeders tijd is men niet voor één gat te vangen. Een andere mogelijkheid is om zoveel knopen in een touw te leggen als het aantal dagen dat je koorts hebt. Vervolgens moet je het touw in een holle wig stoppen. De boom neemt de koorts over door te gaan beven.
Je kunt de koorts ook afeten. De patiënt moet dan zoveel mogelijk van zijn favoriete spijs eten, bijvoorbeeld zuurkool met spek of spekstruif. Alles op? Dan zul je spoedig genezen zijn.
Tandpijn
Niet alleen koorts moet bestreden woorden. Tandpijn, een bloedneus, zweren, wratten, jicht zelfs voor sproeten heeft de Veldhovense medicijntrommel een oplossing.
Om van je tandpijn af te komen, kun je een wilde kastanje in je broekzak steken of het oor van een varken. Een mollenpoot kan ook, maar de poot moet dan wel van een levende mol worden afgesneden.
Zweren en wratten
Om wratten te verdrijven, heb je een ui nodig. Snij hem doormidden en wrijf met het snijvlak net zo lang over de wrat tot de ui zwart wordt. Stop nu de ui in de grond. De wrat zal verdwenen zijn zodra de ui is weggerot.
Voor zweren is er wel een heel luguber middel. Haal op het kerkhof een doodsbeen, schaaf daar een beetje poeder af, doe dat goedje in een tas koffie en drink het op. Gelukkig is er een alternatief: met een scheermes een kruis over de zweer snijden en dan drie paternosters bidden.
Krijg je in de zomer meer sproeten in je gezicht dan je lief is? Was je gezicht met de urine van een merrie. Vies? Karnemelk of hazenbloed kan ook.
Je bent grootmoeder weliswaar geen eigen risico verschuldigd maar het gaat wel op eigen risico.
Foto: De kerk op de Oude Kerkhof, getekend door Cornelis Rijken.