Vanuit haar eik in Meerveldhoven heeft Maria heel wat wonderen teweeg gebracht, vooral wonderbaarlijke genezingen. In 1914 is er zelfs sprake van “talloze wonderbare genezingen” die te danken zijn aan de in 1909 geslagen medailles O.L. Vrouw ter Eik.
Eén van de bekendste genezingen is die van Louis Nooyen, smid te Eindhoven. In 1855 krijgt hij op een zekere dag een zwaar rad op zijn been, dat op drie plaatsen breekt. De dokter legt gipsverband aan. Kort daarop krijgt de patiënt ondraaglijke pijnen aan zijn hak. Het gipsverband wordt daar verwijderd. De dokter constateert koudvuur en acht amputatie van het been noodzakelijk.
De dochters van de smid, Anna en Louise, trekken tot 9 maal toe naar O.L.V. ter Eik. Tijdens hun smeekbeden aan Maria blijft de dokter, die dagelijks de wond komt verzorgen, aandringen op amputatie. De wond ziet er levensbedreigend uit. Echter, op de dag van hun negende ‘beeweg’ naar Meerveldhoven ziet de dokter dat er niet langer ‘gezworen nat’ uit de wond komt. “Wat is hier gebeurd?”, roept hij uit. De wond geneest. Het been hoeft niet te worden afgezet. Maria heeft weer voor een wonder gezorgd.