Het verhaal van Theo Schellekens onderstreept de waanzin van een oorlog. Theo werd op 25 juli 1924 in Veldhoven geboren als zoon van een kolenhandelaar. Het gezin woonde aan het begin van wat heden ten dage Run 5600 is, waar nu de brandweerkazerne staat.
Het was in de oorlog niet ongewoon dat jongeren zich ‘trofeeën’ eigen maakten die waren achtergebleven na bijvoorbeeld een vliegtuigcrash. Soms werden die trofeeën louter als een soort souvenir beschouwd, soms waren ze ook goed te gebruiken zoals het stof van een parachute.
Theo en zijn broer Jan waren op 7 juli 1944 betrokken bij het verstoppen van parachutezijde die ze in een weiland dichtbij huis gevonden hadden. Naar alle waarschijnlijkheid zijn ze verraden. In ieder geval zijn ze de volgende dag onder het gebruik van veel geweld opgepakt en gevangen gezet in concentratiekamp Amersfoort. Beiden zijn op 10 oktober van dat jaar met het laatste transport doorgestuurd naar het concentratiekamp Neuengamme, ten zuidoosten van Hamburg. Neuengamme is bekend vanwege het feit dat er onderzoek is gedaan op tweelingen.
Aan het eind van de oorlog wilden de Duitsers alle sporen van hun gruwelijke experimenten vernietigen. Theo en Jan zijn toen in april 1945 overgebracht naar Sandbostel, een klein dorpje tussen Bremen en Hamburg. Het was een krijgsgevangenenkamp. Er heersten zeer erbarmelijke toestanden. Toen Sandbostel eind april werd bevrijd door de Engelsen werd dit kamp ook wel Little Bergen-Belsen genoemd. Zo erg was toen de toestand daar. In Sandbostel zaten o.a. de gevangenen van de razzia uit Putten. Ook Anton de Kom, bekend verzetsstrijder van Surinaamse herkomst, is daar gestorven. Het gedeelte waar de concentratiekampgevangenen zaten, is meteen door de Engelsen platgebrand vanwege al het vuil, ziektes, etc. De Engelsen hebben er meteen na de bevrijding van het kamp een noodhospitaal opgericht.
Inmiddels had het thuisfront in Veldhoven hoop gekregen. Sjaan, de zus van Theo en Jan vertelt daarover in 2007 het volgende: “Op een dag, ik herinner het mij nog als de dag van gisteren, stonden wij op de plaats, toen de postbode naar ons kwam. Hij overhandigde mijn vader twee brieven. Het kunnen ook telegrammen geweest zijn. Zenuwachtig maakte hij ze open en begon te lezen. Er stond in: Uw zonen Theodorus en Johannes Schellekens zijn aangetroffen in het concentratiekamp Sandbostel en wij hopen dat u spoedig weer met elkaar herenigd wordt.”
Een paar dagen later kreeg de familie een kaartje van Jan. Een pater had het voor hem geschreven en gepost. Jan schreef dat hij met het eerste transport in Lichtenvoorde in de Achterhoek was aangekomen en daar in een noodhospitaal lag.
Het tweede transport naar Lichtenvoorde bracht echter slecht nieuws. Een man uit Roosendaal die in Sandbostel naast Theo in de ziekenbarak had gelegen kwam aan de zieke Jan vertellen dat hij ’s morgens, toen hij wakker werd, naar Theo keek en zag dat Theo dood op zijn bed lag. De ontberingen waren hem teveel geworden. Theo overleed, 20 jaar jong, op 2 mei 1945, kort voor de bevrijding van heel Nederland.
Aanvankelijk werd hij begraven bij het hospitaal en vervolgens in een massagraf op het oorlogskerkhof van Sandbostel. In 1962 is hij herbegraven in Loenen. Zijn zus Sjaan in 2007: “Onze Theo is in december 1962 in Loenen op de Veluwe op het Ereveld van Eerbeek herbegraven. Hij had ruim zestien en een half jaar in Sandbostel in een massagraf gelegen. Mijn vader en twee zusjes waren er met de trein naar toegegaan en de ceremonie was heel mooi, want Theo werd met militaire eer begraven. De vlag werd halfstok gehesen en de ‘Last Post’ werd gespeeld. Het was heel indrukwekkend. Op vier mei, de dag van de dodenherdenking, gaan we nog altijd naar Loenen toe.”
Sjaan heeft het verhaal van haar broers vastgelegd in een boek dat in 2007 verschenen is: Het komt zoals het komt.