Van een zelfgemaakte kano naar Olympisch zilver
Anton (Toon) Geurts ging als klein jongetje vaak met zijn vader wandelen langs De Dommel in Eindhoven. Op die beek zag Anton voor het eerst kanoërs en was daarmee op slag verliefd op de kanosport. Net na de oorlog bouwden Anton en een vriend hun allereerste kano’s van benzinetanks. Ze zaagden de benzinetanks af van neergestorte vliegtuigen en soldeerden die dan aan elkaar. Het bouwen van zijn eigen kano was pas het begin van Anton’s toewijding en wilskracht voor de geliefde watersport.
Een zuiderling boven de rivieren
Anton was fijnmechanische bankwerker bij Philips en met flink wat onderhandelen wist hij vier uur per week vrij te krijgen om te kunnen trainen. Vrijdag na werk stapte Anton dan op de fiets en legde de route van Eindhoven naar Zaandam af om te trainen bij de kanoclub de Geuzen. Als zuiderling moest Anton het altijd opboksen tegen de kanoërs boven de rivieren.
In het noorden was nou eenmaal meer water en daarmee meer kanosporters uit die regio. Maar over zijn talent, en nog belangrijker zijn wilskracht, viel niet te twisten: in 1956 kwalificeerde Anton zich voor het Nederlands Olympisch team, pas drie jaar nadat hij voor het eerst een kano was ingestapt.
Olympisch zilver
Drie keer is Anton meegeweest naar de Olympische Spelen voor de kanosport: in 1960, 1964 en 1968. Maar de Spelen in 1964 in Tokio, die waren onvergetelijk. Een uur nadat Anton zesde werd in de K1 wedstrijd moest hij alweer paraat staan voor de K2 wedstrijd met zijn teamgenoot, Paul Hoekstra. Het was slecht weer tijdens de K2 en Geurts en Hoekstra hadden het publiek ook niet mee. De favorieten om te winnen waren de Roemenen en de Denen. Maar in de eindsprint vaarde het Nederlandse duo de favorieten voorbij en plaatste zich voor zilver op drie tienden van een seconde na de Zweden.
De vrouw van Anton luisterde thuis in Veldhoven gespannen naar de wedstrijd op de radio. Om 7 uur ’s ochtends, Nederlandse tijd, veranderde die spanning in extase. Op blote voeten rende ze naar buiten over het plein om iedereen die het kon horen te laten weten dat haar Anton de zilveren medaille had gewonnen.
Een televisie en een fiets
Een jongen uit Veldhoven die naar de Olympische Spelen mocht en dan ook nog eens zilver mee naar huis nam? Dat gebeurde niet zo vaak. Zijn werkgever Philips huldigde Anton op de zaak en schonk hem een televisie. Van de buurt kreeg hij een fiets en werd de huldiging groots aangepakt in het dorp.
Een fakkel op het dak
Op 18 september was de jaarlijkse lichtjesroute in Eindhoven en die kwam in 1964 ook speciaal door de straat waar Anton woonde. Uiteraard met verlichte Olympische ringen gemaakt door Philips. De kers op de taart was een Olympische fakkel op het dak van zijn huis.
Vanaf 1968 is Anton kanotrainer geworden en heeft hij veel jongens uit de buurt aangestoken met zijn liefde en passie voor de kanosport. Naast trainer bleef Anton tot aan zijn pensioen bij Philips werken.
Bron: Laura Schotte, Beeld & Geluid