Op 13 mei 1919 kwam Cees Sleegers in Veldhoven ter wereld. Zijn doopnamen: Cornelis Johannes Henricus. Na de middelbare school ging hij naar het klooster om voor missionaris te studeren. Zijn droom: lesgeven in het buitenland. Een realistisch plan, want hij sprak diverse talen vloeiend. Maar vlak voordat hij missionaris zou worden, stokte zijn roeping. Cees ging aan de slag als illustrator van advertenties. Op z’n negentiende kreeg hij een oproep voor militaire dienst. In oktober 1938 werd hij ordonnans – het hulpje van een officier – bij het 2e Regiment Infanterie te Venlo.
De jongste
Het is de nacht van 9 op 10 mei 1940. Al dagenlang wijzen voortekenen op onheil uit het oosten. Toch overrompelt de inval, die rond 03.55 uur begint. Bij dageraad blijkt het 9e Legerkorps van de Duitsers al opgerukt tot de Maasvallei bij Grubbenvorst, boven Venlo. Er breken zware gevechten uit, maar de Duitse overmacht is groot. Cees Sleegers is bij de verdediging van kazemat G-141 betrokken. Vanaf de westelijke Maasoever probeert zijn eenheid de oversteek van de Duitsers te verhinderen. Als zijn groepscommandant gewond raakt, neemt de twintigjarige Cees – de jongste van de overgeblevenen – het bevel over. Maar langs de hele Maaslinie lijden de Nederlanders forse verliezen. Ze worden buiten gevecht gesteld of trekken zich terug.
Krankzinnig
Cees, die overblijft, zet de strijd voort. In z’n eentje. Met karabijnvuur verijdelt hij diverse pogingen van de Duitsers om in rubberboten de Maas over te steken. Om zijn trefzekerheid te vergroten, verlaat hij zelfs de kazemat. Zo biedt hij zes uur lang tegenstand aan naar verluidt vierhonderd Duitse militairen.
Wonderwel overleeft hij de hel. Maar leeuwenmoed maakt niet onschendbaar. Zwaargewond belandt Cees in het ziekenhuis, met enkele kogels in zijn buik en een granaatscherf in zijn rug. Pas na zes maanden mag hij het hospitaal verlaten.
Het zal niet zijn laatste offer zijn. In de daaropvolgende oorlogsjaren helpt Cees het verzet. Hij raakt betrokken bij het onderdak brengen van Britse piloten. In juni 1942 verdwijnt hij naar Frankrijk, met de bedoeling via Zwitserland naar Engeland over te steken. Daar wil hij de strijd tegen de bezetter weer oppakken. Maar in Nancy wordt hij gearresteerd. Terug in Venlo weet hij met behulp van een valse verklaring van de Veldhovense gemeentesecretaris vrijuit te gaan. Na de bevrijding van het zuiden in 1944 werd hij aangesteld als groepscommandant van de Blauwe Jagers.
Willemsorde
Na de oorlog zouden de moed, trouw en vrijheidsdrang van Cees beloond worden. In juni 1946 wordt hij Ridder der 4e klasse in de Militaire Willems-Orde en ontvangt hij het Oorlogsherinneringskruis. Tot 1954 blijft hij beroepsmilitair. Later verdient hij de kost als verkoper in Veldhoven. Zijn verdere leven blijft hij echter last van oorlogstrauma’s houden. Zo worden hoofdpijn, vermoeidheid en depressieve aanvallen de psychische verwondingen van de oorlog. In januari 1957 trouwt Cees met Wilhelmina Elisabeth van der Sterren. De gevolgen van Cees zijn oorlogstrauma zijn er de oorzaak van dat hun huwelijk al na vijf maanden op de klippen loopt. Een jaar na het huwelijk wordt hun dochter Hannie geboren, maar haar leren kennen doet Cees amper. Op 6 september 1965 overlijdt hij in Turnhout, nadat hij in het nabijgelegen Arendonk tegen een boom was gereden.
Cees Sleegerspad
Als herinnering hieraan is aan het vrijliggende fietspad aan de Europalaan (gedeelte tussen de Sterrenlaan en de Sondervick) de naam Cees Sleegerspad gegeven, met als onderschrift op het naambordje de vermelding ‘oorlogsheld 1940 -1945’. Het naambordje op de hoek van de Rapportstraat/Europalaan is op 27 november 2009 onthuld door Hannie Sleegers, dochter van Cees Sleegers. Door dit fietspad het Cees Sleegerspad te noemen, past deze naam in het rijtje van oorlogshelden in Veldhoven-Dorp.