Dorpsgenoten

Jan Segers

Jan Segers stond in de decennia na de Tweede Wereldoorlog in Veldhoven bekend als de schilder die werkte bij Jan Verhagen. Maar Jan was meer dan alleen huisschilder. In zijn vrije tijd vervaardigde hij olieverfschilderijen, waarbij allerlei onderwerpen en verschillende stijlen aan bod kwamen met als resultaat een collectie van honderden schilderijen.

Schilderij van Jan Segers

Eén van zijn geliefkoosde onderwerpen was het vastleggen van dorpsbeelden uit het verleden. Ruim 40 olieverfschilderijen met Veldhovense dorpszichten van de hand van Jan Segers zijn bewaard gebleven en vormden het onderwerp van deze tentoonstelling. Ze geven een unieke kijk op het Veldhoven van toen, waarbij Jan het zich veroorloofde om de werkelijkheid een beetje bij te kleuren, letterlijk en figuurlijk. Aan de hand van oude foto’s en prentbriefkaarten stelde hij zich voor hoe locaties er voorheen uitgezien zouden kunnen hebben, daarbij geholpen door zijn herinneringen aan het Veldhoven van weleer. De jaartallen die hij achter op de lijsten noteerde, stemmen dan ook niet altijd overeen met de tijd van de foto die als voorbeeld diende. De foto kan best van 1910 zijn, terwijl Jan er 1880 van maakte. Hij redeneerde meer in de trant van: zo zou Veldhoven er in 1880 uitgezien kunnen hebben.

Hij maakte de schilderijen met dorpsbeelden vooral in de jaren ‘70 en ’80 van de vorige eeuw, in een periode dat het leven hem zeker niet altijd toelachte. Strakke penseelstreken, geen details, veelal somber en donker. Jan hield van een wolkendek met licht en donker om de tegenstrijdigheden uit te beelden, die ook van zijn leven deel uitmaakte. Herkenbaarheid van oude dorpsbeelden en de speciale sfeer die de schilderijen overbrengen, zorgen voor een mooie combinatie. Hopelijk kunnen niet alleen de oudere Veldhovenaren van zijn werk genieten, maar weten ze ook de jongere generatie te boeien. Veel kijkgenot.

Het leven van Jan Segers

Jan Segers werd op 5 januari 1919 te Reusel geboren, maar verhuisde al in zijn vroege jeugd naar Duizel. In 1946 trouwde hij met Paulien van Vught en tweeënhalf jaar na hun huwelijk vestigde het jonge echtpaar zich met hun inmiddels geboren zonen Jos en Harrie in het ouderlijk huis vanPaulien in de Kerkweg te Veldhoven. Daar werden hun volgende kinderen Nelleke, Henk en Johan geboren. Jan was in Duizel meteen na de lagere school zijn arbeidzame leven begonnen als sigarenmaker bij de Agio, maar had later toch voor het schildersvak gekozen. In Veldhoven ging hij als schilder werken bij Jan Verhagen, later bij de gemeente Veldhoven. Toen het de gewoonte werd dat gemeentes hun schilderwerk gingen uitbesteden, zette Jan zijn carrière bij de gemeente voort als bode. Aanvankelijk beviel het hem wel dat hij de overall voor Jan Segers en Paulien van Vught een pak had kunnen ruilen, maar dat veranderde toen bleek dat sommige van zijn nieuwe collega’s lang niet altijd even respectvol met elkaar omgingen.

Begin jaren ’70 begon hij met zijn gezondheid te sukkelen en in 1974 kwam hij in de WAO terecht. In het dagelijks leven was Jan een graag geziene gast, zacht van karakter, enigszins ingetogen, maar altijd wel in voor een lolletje. Hij mopperde thuis graag, niet zo zeer op zijn huisgenoten, maar op mensen van zijn werk of van de tv, wat Paulien meermaals deed verzuchten, dat ze zijn kritiek toch niet hoorden. In zijn vrije tijd speelde hij toneel bij Meer Vreugde Kern en de Jonge Boerenstand, maar trad er ook op als regisseur, waarbij hij zijn 5-jarige dochter Nelleke een rol leerde, terwijl die toen noch lezen noch schrijven kon. Daarnaast was hij voetballiefhebber. In zijn jonge jaren voetbalde hij zelf, later was hij o.a. actief in de elftalcommissie van Rood-Wit en natuurlijk bezocht hij graag voetbalwedstrijden, niet alleen bij de Veldhovense voetbalclub, maar ook in zijn oude dorp Duizel, waar hij altijd graag bleef komen.

Van jongs af aan had hij in zijn vrije tijd de schilderkunst beoefend. Achter zijn woonhuis aan de Kerkweg had hij een schuurtje, waar hij zich terugtrok om zich uit te leven in olieverfschilderijen. Een opleiding daarvoor heeft hij nooit genoten. Hij leerde het zichzelf aan, waarbij hij onmiskenbaar geholpen zal zijn door het artistiek talent dat hij had meegekregen van zijn vader, die in zijn vrije tijd de beeldhouwkunst beoefende. Hij had voor zijn huis een ware beeldentuin ingericht, die veel belangstelling trok. Jan was geen groot creatief talent, maar haalde zijn inspiratie uit voorbeelden. Hij schilderde bloemen, paarden, vogels, het boerenleven, landschappen, Christus-figuren, dorpsbeelden, altijd met een afbeelding als voor-beeld. Er zijn ongeveer 500 werken van hem bewaard gebleven, maar waarschijnlijk heeft hij veel meer schilderijen gemaakt. Als hij geen doek meer op voorraad had, verdween een bestaand doek onder de witte verf en begon Jan opnieuw. Daarbij schilderde hij in allerlei variaties, afhankelijk van de stemming waarin hij verkeerde, vrolijk en kleurrijk of triestig en somber. Hij kon heel gedetailleerd dingen vast leggen en mooie kleuren gebruiken, maar – zoals bij de getoonde Veldhovense dorpsbeelden – ook strak en somber, bijna levenloos, wat Paulien de opmerking ontlokte of het niet wat vrolijker kon. Soms kreeg hij een verzoek om een tafereel vast te leggen, bijvoorbeeld een boerderij op een melkbus, waarbij hij voor een mooi kleurenpalet zorgde, want voor het boerenleven had hij een zwak. Hij was trots op zijn schilderijen en toonde ze graag aan zijn jong gezin, waarbij hij wel verwachtte dat zijn vrouw en kinderen de loftrompet zongen, want met kritiek kon hij niet goed overweg.

Een belangrijk keerpunt in zijn leven was het auto-ongeluk dat zijn 21-jarige zoon Harrie overkwam in 1970. Harrie bleef zes weken in coma en bleek nadien een ernstige hersenbeschadiging te hebben opgelopen, die de voortdurende zorg van zijn ouders vereiste. Hij moest opnieuw leren praten, lopen, fietsen. Jan fabriceerde een soort hometrainer voor zijn zoon waarop hij weer kon leren bewegen. Het ongeluk dat Harrie overkwam drukte natuurlijk een enorme stempel op het leven van hem en zijn vrouw, maar Jan leerde er goed mee omgaan door veel met Harrie bezig te zijn. Behalve deze tegenslag, kreeg hij als 54-jarige ook nog te maken met de WAO. Donkere wolken hadden zich boven zijn leven samengepakt. Schilderen werd meer een tijdverdrijf dan een hobby. De sombere en strakke stijl, die zijn dorpszichten kenmerkt weerspiegelt deze tijd in zijn leven. Ondanks die donkere wolken bleven Jan en Paulien ook van de mooie dingen in hun leven genieten zoals de kleinkinderen, maar jammer genoeg te kort. Op 8 januari 1986 overleed Jan op 67-jarige leeftijd te Eindhoven na een hartaanval.

Meer dorpsgenoten

Jan van Beers

Voor de inwoners van Zeelst was Jan decennialang een vertrouwd gezicht. Van velen kende hij het persoonlijke wel en wee.

Dokter Frans Raymakers

Bijna 45 jaar heeft deze kundige, zeer geziene man in Veldhoven en verre omgeving ontzettend veel werk verricht tot heil van zijn patiënten.

’t Misterke van Oerle

Een legendarische persoon uit Oerle in de 20e eeuw is ’t Misterke. Klein van stuk, maar groot van waarde.

Piet de Jong

Legendarische ‘sheriff’ van Zeelst: direct, doortastend en niet bang om bendes aan te pakken.

Cees Sleegers

In z’n eentje biedt hij zes uur lang tegenstand aan naar verluidt vierhonderd Duitse militairen.

Pietje van Keulen

De barbier van Zilst. Recht door zee, maar niet altijd gemakkelijk voor zijn omgeving.

Janus van der Velden

Kleurrijk ondernemer. Van al zijn ondernemingen is Janus nooit echt rijk geworden, maar rijk als mens des te meer.

Janus Hagelaars

Engelandvaarder en een van de eerste Nederlandse commando’s.

Piet Rijkers

Als je ‘het Zilster Volkslied’ zegt, dan zeg je Piet Rijkers.