Witte gij ’t nog?

Die kommen ‘r bè mè nie in

Over Driekske Bullens doet in Veldhoven een mooie anekdote de ronde. Driekske vestigde zich begin jaren 50 met zijn gezin vanuit Oirschot op Zonderwijk waar hij – evenals in Oirschot – een café uitbaatte. De anekdote stamt waarschijnlijk nog uit zijn Oirschotse jaren maar is eigenlijk te mooi om hem niet te gebruiken, te meer omdat hij onder de Veldhovense cafégangers uit de jaren 50 en 60 gemeengoed was.

In de jaren dat de gebeurtenis zich afspeelde was de sluitingstijd van de cafés nog om 24:00 uur. Driekske verafschuwde het als er rond sluitingstijd nog iemand verscheen met de bedoeling om nog gauw efkes ’n pilske te vatten. Het was eens voorgevallen dat Driekske de politie aan zag komen die plichtsgetrouw haar ronde deed om te controleren of alle kasteleins zich wel aan de sluitingstijd hielden.

Driekske geraakte in paniek. “D’r uit, allemâal d’r uit”, gebaarde hij naar zijn klanten. “Mer Driekske, ik moet nog afrekenen.” “Niks mêe te maoken, d’r uit.” Het was dan ook niet verwonderlijk dat Driekske de slogan hanteerde: “Alles wa nao 12 uur âan de deur kumt, dè is nie veul soeps, die kommen ’r bè mè nie in.”

Maar nou was Driekske zelf eens flink op stap geweest en het was al na twaalven toen hij tevergeefs de achterdeur wilde open doen. Janske, zijn vrouw, had alles afgesloten. Driekske rammelde aan de deur en riep een paar keer. Geen reactie. Die ligt goddomme op êen oor en hurt niks, sakkerde Driekske in zichzelf. Nog maar eens geprobeerd. Uiteindelijk werd er boven een raam opengeschoven en Janske stak haar hoofd naar buiten. “Alles wa nao 12 uur âan de deur kumt, dè is nie veul soeps, die kommen ’r bè mè nie in.” beet Janske haar echtgenoot toe. “Ja, ja, het is goed, doe nou mer open.”

Janske maakte geen aanstalten om aan die wens tegemoet te komen en wilde het raam weer dicht doen. “As ge nie open doet, spring ik in de wâterput”, dreigde Driekske flink. Maar Janske liet zich niet vermurwen. Ze schoof het raam dicht en liet Driekske buiten staan. Die schoot in de colère en sakkerde nog meer. Hij viet ene grote steen en gooide die met geweld in de waterput. De plons was tot in de verre omtrek te horen, dus ook door Janske. Wa doe-t-ie nou toch, dieje gek, schrok Janske. Hij zal toch nie? Ze stormde in haar nachthemd de trap af, gooide de deur open en stevende op de waterput af.

Achter hare rug om zag Driekske zijn kans schoon, glipte naar binnen en deed de deur stevig op slot. Nou was het Janske die bonkte en rammelde: “Doe ’s open.” “Alles wa nao 12 uur âan de deur kumt, dè is nie veul soeps, die kommen ’r bè mè nie in”, kreeg ze van Driekske te horen.

MEER VERHALEN

De Maria van Heers

Langs ’s-Heren wegen kun je op verrassende plekjes een Mariakapelletje tegenkomen. Of een Mariagrot zoals op Heers.

Michieleke begraven te Veldhoven

Tot 1900 werd de laatste kermisdag afgesloten met een heuse begrafenis. Michieleke, een manneke gemaakt van een peen of bietwortel werd dan in een sigarenkistje onder luid gejammer begraven.

Zo zeeje we dè

De familie Van der Meeren op Schoot heeft een overzicht gemaakt van uitdrukkingen die in hun familie vaak gebruikt werden.

Plankgasfeest

De carnaval van 2003 stond op stapel en Ad Welten zou als prins Caravano de prins van Groot-Veldhoven zijn. De kasteleins van Veldhoven-Dorp hadden het plan geopperd om op dinsdag hun cafés te sluiten en gezamenlijk een grote feesttent op de Plaatse te zetten.

Op slot

Jan Huijbers van Schoot was vaste klant in De Plank, het café van Joop en Joke Joly dat nu ‘In d’n Olie-fant’ heet. Jan was een verstokte vrijgezel en kwam niet alleen voor de nodige pilsjes maar ook voor d’n buurt. En buurten kon Jan.

De mysterieuze klok

Vóór 1910 stond op de hoek van de Dreef en de Heerseweg het in 1771 gebouwde raadhuis. Meester Rijken heeft er het volgende verhaal over opgeschreven.

Boomincidenten op Schoot

Op Schoot woonde, aan de rand van den Oeienbosch, het gezin van Harrie en Drieka van der Meeren. Het was alles behalve een doorsneegezin met een eigen levensfilosofie.

De Kromstraat in 1958

Een wandeling door de Kromstraat van 1958 met een terugblik in het verleden. Een artikel in De Kempenaer uit dat jaar was omlijst met advertenties van winkeliers in de Kromstraat.

De Watermeulen

De boerderij die tot aan de ruilverkaveling in de jaren 60 van de vorige eeuw op Dorpstraat 169 stond, kent een rijke geschiedenis.

Mie Fiets uit Oers

In Oerle woonde en leefde van 1854 tot haar dood in 1932 Marie Renders, die in haar jonge jaren bijzonder rap was en daardoor de bijnaam Mie Fiets verwierf.

Verloren soldaten ‘terecht’

Een foto van een Engelse begraafplaats aan de Veldhovense Van Vroonhovenlaan gemaakt door Len (Leonard) Hart kwam in 1995 in handen van Jan van Beers.

Zeelst in het Rijksmuseum

Soms kan door speuren, vergelijken, kijken en concluderen een historische puzzel opgelost worden, zo ervoer Marcel Dings – inwoner van het Limburgse Steijl – toen hij onderzoek deed naar een oude tekening van zijn woonplaats, tenminste dat vertelde de toelichting bij de tekening hem. De tekening, opgeslagen in het Rijksmuseum in Amsterdam, bleek echter geen tekening van Steijl, maar van Zeelst.

Mijna’s winkeltje

Mijna van der Meeren is in de jaren 60 van de vorige eeuw in Veldhoven-Dorp een begrip geworden.