Jaarlijks worden op 4 mei bij het klokmonument de Veldhovenaren herdacht die door oorlogsgeweld zijn omgekomen. In dit artikel willen we het lot van vijf oorlogsslachtoffers van WOII aandacht geven die op de nationale Nederlandse erevelden van Loenen en Frankfurt am Main (D) (her)begraven zijn, en van een slachtoffer dat vermist is gebleven en later dood werd verklaard.


Jacques Tops uit Zeelst
Jacobus Cornelis Tops
12 Mei 1926 – 24 Juli 1945
Verzetsman, ondergedoken in Oirschot, maar wordt verraden en opgepakt in de nacht van 28 op 29 augustus 1944, drie weken voor de bevrijding van Zuid-Nederland. Via kamp Amersfoort gaat hij naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Bij de bevrijding van het concentratiekamp is hij verzwakt en zwaar ondervoed. Hij wordt daarna verpleegd in het Gelderse Harreveld. Zijn zus An en broer Harrie brengen hem voor verdere verpleging naar Eersel. Enkele weken later, op 24 juli 1945, bezwijkt hij daar op 19-jarige leeftijd.
Hij wordt op 27 juli begraven op het kerkhof van Zeelst en in 1970 herbegraven op het Nationale Ereveld in Loenen (graf E729).
Verraders?
In de informatie over Jacques Tops in het Nationaal Archief worden twee personen genoemd die in Oisterwijk en Boxtel zijn gefusilleerd in oktober 1944. Een van hen was lid van de NSB. Waren dit de verraders?
Ruiming graf
In 1959/1962 is er al sprake van mogelijke ruiming van het graf in Zeelst. Er wordt gevraagd wanneer ruiming zal plaatsvinden (1970).


Harrie Neggers uit Zeelst
Hendrik Cornelis Neggers
24 augustus 1918 – 13 april 1945
Harrie wordt tewerkgesteld als knecht op een boerderij in Bevern, Landkreis Cloppenburg (D). Over de oorzaak van zijn dood zijn in de documenten verschillende versies opgeschreven: omgekomen bij de hulpverlening bij een brand tijdens een bombardement, gedood door Engelse militairen bij de bevrijding van het gebied of kortweg door oorlogsgeweld. Hij wordt op 16 april 1945 in Bevern (D.) begraven. Na identificatie wordt hij op 15 februari 1952 herbegraven in Zeelst en opnieuw herbegraven op het Nationaal Ereveld in Loenen in 1983 (graf 1290).
Zijn vader overlijdt op 16 juni 1947 en zijn moeder op 31 maart 1942.
Vertegenwoordiger wordt zijn broer P.G.C. Neggers (Frans Bekersstraat 13/Meester Rijkenstraat 44). Ook genoemd Frans Neggers (Kruisstraat 134/Koleind 21).


Theo Schellekens uit Veldhoven-Dorp
Theodorus Schellekens
25 juli 1924 – 2 mei 1945
Samen met zijn broer Jan wordt hij door de Duitsers opgepakt op 7 juli 1944. Zij hebben een in de wei gevonden parachute verstopt. Beiden worden wegens sabotage opgesloten in (doorgangs)kamp Amersfoort en in oktober 1944 doorgestuurd naar concentratiekamp Neuengamme bij Hamburg. Bij de ontruiming van dat kamp, eind maart 1945, gaan Theo en Jan op transport naar een krijgsgevangenkamp bij Sandpostel, een klein dorpje tussen Bremen en Hamburg. In dat kamp worden de gevangen compleet verwaarloosd. Na de bevrijding van het kamp door de Engelsen mag verzorging van Theo niet meer baten. Hij sterft op 2 mei 1945 en wordt begraven in een massagraf op het kerkhof van Sandbostel. In 1962 wordt hij geïdentificeerd, vrijgegeven en herbegraven op het Nationale Ereveld in Loenen (graf E 159). Theo’s broer Jan hersteld wel en keert terug naar Veldhoven.

Jacques Bogers uit Zeelst
Jacobus Bogers
19 mei 1915 – 31 maart 1945
In de oorlog is er weinig werk voor sigarenmakers zoals Jacques omdat de invoer van tabak vrijwel stopt. De Duitsers bieden deze sigarenmakers en ook anderen werk in hun wapenindustrie. Wie zich niet vrijwillig aanmeldt, wordt gedwongen om in Duitsland te gaan werken. De vrijgezelle sigarenmakers uit Veldhoven moeten vanaf juni 1942 als eersten vertrekken. Op de foto de eerste groep tewerkgestelden voor de kerk in Meerveldhoven. Jacques staand in de 2e rij (omcirkeld). Klik op de foto voor een grotere weergave.
In de Mausser-fabrieken in Oberndorf aan de Neckar maken zij geweren. De fabrieken en barakken voor de arbeiders worden vaak gebombardeerd, met als gevolg dat de sanitaire voorzieningen vaak defect zijn en er gemakkelijk ziektes uitbreken. Op 31 maart 1945 overlijdt Jacques aan de gevolgen van typhus en wordt begraven in Oberndorf. Hij wordt later herbegraven op het Nederlandse ereveld in Frankfurt am Main.


Jan Louwers uit Meerveldhoven
Johannes Petrus Cornelius Louwers
15 juli 1921 – 23 februari 1945
Jan is geboren op 15 juli 1921. In oktober 1942 wordt hij tewerkgesteld in Kassel (D), en zal daar, zonder nog ooit thuis geweest te zijn, op 23 februari 1945 overlijden. Arbeiders die niet terugkomen van verlof en onderduiken zorgen voor een verbod op verlof voor anderen.
In de overlijdensverklaring worden een zwak hart en longtuberculose als doodsoorzaken aangegeven. Maar Jan is dan slechts 23 jaar! De slechte luchtkwaliteit in de vaak ondergrondse fabrieken kan de longen hebben beschadigd, evenals de sanitaire omstandigheden.
Jan Louwers wordt begraven op het kerkhof Eichenwalt in Bettenhausen (kreis Kassel). Pas in juni 1945 informeert het Nederlandsche Rode Kruis via de pastoor de familie over de dood
van Jan. In 1955 is Jan herbegraven op het Nederlandse Ereveld op het Waldfriedhof te Frankfurt am Main, (graf D 511).
Jan Meulenbroek uit Zeelst
Johannes Gijsbertus Meulenbroek
27 december 1916 – na 30 oktober 1944
Jan is een durfal, die eerst doet en dan pas nadenkt. Hij wordt op 5 juni 1943 gearresteerd met een revolver die zijn vader in de schuur bewaarde; hij wordt aangezien als verzetslid. Na die arrestatie is er door de familie niets meer van hem vernomen. Pas in 2005 kan het Nederlandse Rode Kruis informatie geven. Na twee maanden in een politiecel in Eindhoven blijkt hij op 12 Augustus 1943 naar kamp Vught te zijn gebracht. Op 28 december 1943 gaat hij naar het buitencommando Breda om als dwangarbeider te worden ingezet bij werkzaamheden aan vliegveld Gilze-Rijen. Op 18 april 1944 keert hij terug naar kamp Vught.
Voor zijn berechting en verhoor wordt hij op 28 juni 1944 overgebracht naar gevangenis Wolvenplein in Utrecht. Op 15 juli 1944, na zijn veroordeling, wordt hij naar een gevangenis in Kleve (D) gebracht. Omdat in 1955 nog steeds niets over zijn lot bekend is, wordt door het ministerie van Justitie 16 juli 1944 als datum van zijn overlijden vastgesteld. In 2008 ontdekt het Rode Kruis dat Jan op 30 oktober 1944 overgebracht is naar concentratiekamp Grosz-Rosen in Polen, waar verzetsmensen werden vermoord zonder verdere registratie. Er is dus zelfs geen foto meer van Jan Meulenbroeks.
‘Nacht und Nebel Häftling’
De concentratiekampen van Grosz-Rosen in Polen en Natzweiler in Frankrijk waren de plaatsen waar aan het einde van de oorlog mensen uit het verzet naar toe gingen. Ze mochten geen brieven meer schrijven of ontvangen. Hun overlijden werd niet doorgegeven aan de familie. Het was de bedoeling dat zij als het ware in het donker en in de mist verdwenen.