Dorpstraat 105-107
Veldhoven-Dorp was van oudsher een plattelandsdorp van boeren en wevers. Vanaf het einde van de 19e eeuw is dat snel veranderd. Fabriekjes schoten als paddenstoelen uit de grond en tijdens de ruilverkaveling van 1960-1965 verdwenen de laatste boerderijen uit de dorpskom. Tijdens deze ruilverkaveling werd ook de boerderij van Jan van den Oever, ter hoogte van Dorpstraat 105-107, gesloopt. Vanaf de 18e eeuw stond de boerderij op deze locatie bekend als de Schenaertshoeve.
De geschiedenis van deze hoeve gaat terug tot in de 13e eeuw. De hoeve was toen een leengoed van de heer van Boxtel. Het moet een belangrijke hoeve zijn geweest want de heer van Boxtel had in de 13e eeuw ook de rechten over de kerk van Sondervick, toentertijd het belangrijkste deel van wat nu Veldhoven-Dorp genoemd wordt. De hoeve stond bekend als de hoeve Ten Broeke. In 1469 kwam de hoeve in bezit van de familie Maren.
Omstreeks 1648 was de hoeve eigendom van Adriaan Hanssen Smeijers. Zijn kinderen verkochten de hoeve in 1669 op een publieke verkoping aan Jan Schenaerts, een koopman uit Eindhoven. De hoeve werd toen aangeduid als de jonker Meeuwenhoeve. Na die tijd werd het de Schenaertshoeve. In 1776 verkocht Pieter Godefridus Schenaerts de hoeve aan Antonie van Busselen uit Veldhoven.
In 1832 was de hoeve eigendom van de familie Van de Wildenberg, die de hoeve in 1880 heeft herbouwd. Via de familie Van der Sanden is de hoeve in 1924 bezit geworden van de familie Van den Oever.