Op 17 september werd herdacht dat 79 jaar geleden 19 burgers omkwamen bij een bombardement dat bedoeld was om de bemanning van het afweergeschut rond vliegveld Welschap uit te schakelen.
De geallieerden vreesden grote verliezen als vliegtuigen met parachutisten, op weg naar de brug over het Wilhelminakanaal in Son over het vliegveld zouden vliegen. Het bombardement was de start van operatie Market Garden. Het werd uitgevoerd vanaf grote hoogte (5 km) met fragmentatiebommen, bedoeld om de kanonniers op het geschut rond en niet op het vliegveld uit te schakelen. Op Cobbeek in Zeelst werd geschut verondersteld en werd daarom gebombardeerd.
Reportage Omroep Veldhoven van de herdenking in 2023
De herdenking vond plaats bij het grafmonument op het kerkhof in Zeelst en daarna bij het monument Een donderslag bij heldere hemel op het Meiveld. Omroep Veldhoven heeft een reportage gemaakt van de herdenking op het Meiveld. Bekijk hier de reportage van Omroep Veldhoven.
Toespraak Nelli Bloemsma-de Vroom
Sprekend namens de nabestaanden van de slachtoffers vertelde Nelli Bloemsma-de Vroom over de gevolgen van dit bombardement voor de families.
Onze ome Wim
Onze ome Wim is de broer van onze moeder. (Hier naast mij zou mijn broer Will staan die naar ome Wim vernoemd is, maar zijn schoonvader is gisteren overleden vandaar dat mijn zus hier nu is). Net zoals mijn broer zijn er nog drie neven meer die zijn naam dragen: Wim van Lieshout, Wim de Wit en Wim van Glabbeek.
Dit zijn onze herinneringen:
Zolang als wij weten praatte onze moeder over ome Wim. Ze was 15 jaar toen haar broer overleed door het bombardement op 17 september 1944.
Het was een groot gezin van 14 kinderen. Op de bewuste zondag was mijn oma na het ontbijt bezig met het bereiden van het eten voor later op de dag. Een aantal gingen er naar de kerk. Ome Wim pakte snel iets van dat eten weg. Oma vroeg het terug te leggen omdat ze anders straks niet genoeg had. Dat deed hij en vrolijk lachend vertrok hij samen met zijn kameraad Noud Louwers naar buiten. Daar hoorden ze volop geluid richting vliegveld, ze moesten weten wat dat was en gingen erop af! En toen vielen de bommen!
Even later riepen mensen naar oma dat haar zoon Adriaan getroffen was door de bommen. Waarop oma zei: dat kan niet want die loopt daarbuiten in de hof. Vooral voor buitenstaanders leken haar 6 zoons op elkaar.
Maar korte tijd later kwam toch het verschrikkelijke bericht dat een andere zoon betrokken was bij het bombardement. Gelijk is oma richting Hoogepat gelopen. Ze woonde zelf in de Heuvelstraat en zo vond ze ome Wim haar zoon en zijn vriend Noud op de Hoogepat. Ze waren al overleden. Ze knielde neer bij ome Wim en zei: “Och munne jongen toch”. Deze woorden heeft onze moeder zo vaak herhaald.
Mijn oma heeft heel veel last gehad van het feit dat ze ome Wim vroeg dat eten terug te geven. Had ik hem dat maar laten houden zei ze vaak. Ook met het tafel dekken zei ze vaak: “Op deze plek hoef ik geen bord meer neer te zetten”. Eten heeft voor haar sindsdien een ander betekenis gekregen. Ook voor onze moeder. Zij zorgde ervoor dat wij altijd goed te eten hadden.
De meeste slachtoffers werden hier in Zeelst op het kerkhof begraven. Mijn oma was klein van gestalte en door polio liep ze moeilijk. De begrafenis was een enorme drukte. Er liepen geestelijken, misdienaars, en vele familieleden en genodigden voor haar. Mijn eigen jongen heb ik niet begraven zien worden door de drukte en de mensen die voor me stonden zei ze later.
Zowel in ons gezin als in de gezinnen van onze ooms en tantes was het overlijden van ome Wim een rode draad die altijd overal tussendoor liep. Het heeft zoveel impact gehad. Ook heeft het heel lang geduurd voordat er duidelijkheid kwam hoe dat bombardement eigenlijk tot stand kwam. Er gingen vele verhalen de ronde over wat er gebeurd was en door wie. Er waren toen ook veel minder mogelijkheden om dat te achterhalen en het leven ging door. De wederopbouw moest van de grond komen. Bij de meesten werd er niet veel over gesproken.
Later toen ik op de Merefelt werkte mocht ik op huisbezoek bij een mevrouw die woonde in de Heuvelstraat. Al snel kwam het gesprek op het bombardement.
Ze vertelde me dat ze als jong meisje door haar ouders naar een man werd gestuurd die bij het bombardement zijn vrouw en drie kinderen had verloren. Je bent daar harder nodig dan hier zeiden ze haar. Nu niet meer voor te stellen maar voor die tijd meer gebruikelijk. Ze vond het spannend en kon een andere invulling aan haar leven geven. En zo ging ze bij die man wonen om het gezin van hem en een overgebleven kind draaiende te houden.
Ze is later met deze man getrouwd en samen hebben ze nog een kind gekregen.
Zelf vond ze het maar allemaal heel gewoon. Heeft dat met veel liefde gedaan. Maar ik vertelde haar dat ik dat niet zomaar heel gewoon vond. Zo als jong meisje naar een man gaan voor dag en nacht die net zijn vrouw en drie kinderen had verloren. Dat is echt heel bijzonder vertelde ik haar. Je nam zijn verdriet, zijn gemis, zijn huishouden e.d. zomaar op je schouders. Ik vertelde haar dat ik dat wel een onderscheiding waard vond. Zo had ze er zelf nooit over gedacht en blijkbaar niemand. Maar ik vind dit meer dan de moeite waard om dit tegen jullie allemaal te vertellen. Zo hielpen de mensen elkaar vroeger. Iets waar wij vandaag de dag een voorbeeld aan kunnen nemen.
Alle slachtoffers die wij vandaag hier herdenken zijn al die jaren enorm gemist en hebben allemaal hun eigen verhaal. Zelfs nu bij de 2de en 3de generatie zitten de herinneringen nog diep en lieten hun sporen na. Nu we weer dagelijks met de oorlog geconfronteerd worden is het onze plicht om ten minste te proberen dat zo’n bombardement als hier in Zeelst nooit meer mag gebeuren.
Fijn dat jullie naar me luisterden, dankjewel.
Nelli Bloemsma-de Vroom, nabestaande van Wim van Laarhoven
Reportage Omroep Veldhoven over het bombardement in 1944
Over het bombardement in Zeelst van 17 september 1944 is zestig jaar stilte geweest. In de getroffen families werden de gebeurtenissen doodgezwegen. Wellicht omdat de bommen afkomstig waren van de ‘goeden’, de geallieerden. Je moest hen dankbaar zijn voor de bevrijding. Spreken over het bombardement zou ondankbaar zijn. Na de oorlog moest er ook opgebouwd worden, schouders eronder en doorgaan. Tijd voor verwerking werd niet genomen. Pas in 2004 is er voor het eerst een gezamenlijke bijeenkomst geweest van nabestaanden. Toen bleek dat er bij hen veel leefde. Dat gold ook voor de tweede en derde generatie.
Tiny Renders is nabestaande. Zijn grootouders kwamen om bij het bombardement. Hij vertelt over het grote stilzwijgen en de impact daarvan.
Mieke van Lisdonk is lid van de Werkgroep Herdenking 4 mei. Sinds 2004 is de herdenking van 17 september daaraan toegevoegd. Jaarlijks verzorgt de werkgroep sindsdien twee herdenkingen van de oorlog en de slachtoffers. De eerste is op 4 mei tegelijk met de landelijke dodenherdenking. Op 17 september worden de 19 slachtoffers uit Zeelst herdacht. Bekijk hier de reportage.