We klagen graag over het weer: te heet, te nat, te koud, te droog. Afgelopen winter stond in het teken van de wateroverlast. Overheidsmaatregelen vangen dan de ergste schade op zodat de lasten voor de burger worden beperkt. In het verleden waren de klappen groter. De meeste Veldhovenaren waren boer en sterk afhankelijk van de opbrengst van hun landje voor hun levensonderhoud. Hete zomers, strenge winters, storm en hagelschade konden het leven geheel verzieken. Of nog erger. Meester Rijken (1861-1942) vertelt erover.
Winterweer
Een hele strenge winter met een dieptepunt tussen 5 en 25 maart 1709 teistert de regio. Binnen 24 uur is het ijs zo dik als een hand. Mensen vriezen dood, ook wiegenkinderen overleven de felle kou niet. Vele boerderijen raken onbruikbaar en storten in. Zaaigoed bevriest en het vee is niet opgewassen tegen de kou. De meeste fruitbomen leggen het loodje en dikke eikenbomen barsten open door de vorst. Hongersnood dreigt. De regering wil niet helpen. Het risico dat de troepen zwervende soldaten met de hulp gaan strijken is te groot.
Late nachtvorst
In 1723 wordt Veldhoven geteisterd door een zeer droge zomer. De rogge verdroogt en de oogst is maar de helft van de verwachtingen. Opnieuw armoe, maar men hoopt dat het volgende jaar beter zal zijn. Helaas vriest het onverwacht hard in de nacht van 17 op 18 mei met fatale gevolgen voor het gewas dat op het veld staat.
In 1733 wordt de oogst bedorven door een grote hagelbui. In de strenge winter van 1740 wordt 10 januari een beruchte dag. Harde wind en strenge vorst. Het is opnieuw zo koud dat de baby’s doodvriezen in de wieg. Knollen, wortels en klaver worden onbruikbaar. Het stro in de daken van schoppen en stallen moet gebruikt worden om het vee te voeren.
Storm sloopt kerktorens
Op 5 juli 1760 steekt een zware wind op, gevolgd door onweer en hagel zo groot als kippeneieren. Ruiten aan de windkant sneuvelen, bouwvallige huizen storten in. Torens, kerken en huizen lopen zware schade op. Het gewas op het veld wordt platgeslagen en de dieren lusten het niet meer. In Veldhoven bedraagt de schade 6552 gulden, in Blaarthem 1600. Steun van de regering komt precies een jaar later met belastingmaatregelen. Zeelst krijgt een korting op de onroerend goedbelasting van 3/8, en op de verbruiksbelasting op levensmiddelen van 1/3 voor de duur van 5 jaar.
De storm van 9 november 1800 sloopt de torens van de kerken van Blaarthem, Meerveldhoven en Duizel. Oorzaak is het achterstallige onderhoud. De protestantse eigenaren van de kerken zijn te klein in aantal om het onderhoud te kunnen bekostigen. De kerk van Meerveldhoven stort gedeeltelijk in en de pastoor staat oogluikend toe dat de bouwmaterialen door de parochianen worden meegenomen en voor eigen gebruik worden aangewend
Op 1 juni 1827 valt er weer een verwoestende hagelbui. Reden voor de getroffen gemeenten om bij de gouverneur van de Provincie opnieuw een schadeloosstelling aan te vragen voor de zwaarst getroffenen.
Meester Cornelis Rijken (1861-1942) was van april 1897 tot 1930 hoofdonderwijzer in Veldhoven-Dorp met een zwak voor geschiedenis, archeologie en de natuur. Voor zijn verdiensten in het onderwijs kreeg hij de onderscheiding van Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Op 16 juli 1953 is een straat naar hem vernoemd.
Fotobijschrift: Wateroverlast in Oerle in 1966 (Foto Erfgoedhuis Veldhoven)