In de jaren 50 werken er in de fabrieken ook kinderen. Ze krijgen hun eigen opvattingen over seksualiteit en man-vrouw verhoudingen. Vanaf 1953 verschijnt de Playboy maar in Zeelst krijg je voorlichting op straat via oudere kinderen. Moeders hebben een soort geheimtaal – “Onze Janus kumt nog nie inne keer in de week of tis wir zoweit” – waar je niet veel wijzer van wordt. Wim Senders herinnert het zich nog allemaal.
Saaie tijd?
Wim Senders is “unne echte Zilstse”. Hij groeide op in de jaren 50 toen Zeelst nog Zilst was. In “Mijn jeugd in Zeelst” vertel hij hoe er dat aan toe ging. Een saaie tijd? Niet in Zeelst, volgens Wim: “Het regende zonnestralen”.
Emancipatie?
Met emancipatie heeft men geen probleem. In en rond het huis is de vrouw de baas. “De mannen din wà de vrouwen zin”. Men schoefelt den hof, grieselt de pad, eet petazzie en zoekt zijn afleiding in de vele cafe’s. De Zeelster beroepsbevolking werkt vooral in de sigarenindustrie bij Duc George of Velasques. Tijdens het werken ‘steggelt’ men met Rood-Wit supporters over voetbal. Heel Zeelst viert feest als UNA in 1952-1953 kampioen wordt en naar de 3e klasse promoveert.
Spelen
Geen babyfoon. Je moet een flinke keel opzetten om gehoord te worden. Schommels met stangen. Je loopt er tegenaan: gat in de kop. Met planken vol roestige spijkers en splinters bouw je hutten. Er zijn immers pleisters en soda voor ontstoken vingers.
We gaan naar Den Brembocht, spelen in de Valgaten en de Oirschotse duinen en zijn voor niets en niemand bang. Wanneer het sneeuwt, ga je buiten spelen. Op straat staan maar enkele auto’s in de weg. Op de fiets achterop, met je achterwerk op de bagagedrager en je handjes aan de veren van het zadel. Pas op je vingers! Fietsen zijn dan ‘erfstukken’: ze zijn te groot of te klein.
Harde opvoeding
We snijden ons in de vingers, breken botten, we vallen onze tanden uit, hebben kapotte knieën en geschaafde ellebogen. Als het je eigen schuld is, krijg je er nog straf voor ook. Water drinken we uit de kraan, niet uit de fles. De rode, gele en oranje gazeuse limonade staat stijf van de kleurstoffen. Een kauwgum gebruik je dagenlang. ’s Avonds op het nachtkastje, ’s morgens weer in je mond. Als je niet de oudste in de familie bent, draag je schoenen die door broer of zus al waren ingelopen. Groeien je voeten wat snel? Schaar of mes wordt in de neus gezet.
School
Als je ergens naar toe wilt, ga je zonder afspraak. Een telefoon is zeldzaam. Naar en van school loop je zonder begeleiding. Vaak doe ik er in plaats van de gebruikelijke 10 minuten, een uur over om thuis te komen. Zoveel interessante dingen om te doen en te zien. De politie wordt niet gebeld, een klein standje dat ik in het vervolg door moet lopen, is alles.
Schoolbanken zijn allemaal van dezelfde grootte. Als iemand tweemaal een klas moet overdoen (zonder discussie met de ouders), gaat hij scheef zitten vanwege te lange benen. De juffrouw en de meester hebben altijd gelijk. Samen met pastoor Van Welie en de politie vertegenwoordigen zij het gezag en zorgen ervoor dat wij in de (= hun) pas blijven lopen.
Foto: Pal naast de Willibrorduskerk stond de tabaks- en snoepwinkel van Fried Arts. Aan het zijraam hing steevast een overzicht van alle wedstrijden van UNA. Sinds 1994 staat de familie Van Grootel er achter de tap van café ‘t Stuupke.